La grève au Petit-Château
La grève au Petit-Château

La grève au Petit-Château

Vanessa Matz (cdH) : Monsieur le Secrétaire d’État, le personnel du centre d’arrivée de demandeurs d’asile et des bénéficiaires de l’accueil – le petit Château à Bruxelles – est en grève ce lundi 18 octobre. La survenance d’une série d’évènements a engendré une surcharge de travail considérable au détriment du bien-être des travailleurs de ce centre. Les restrictions sanitaires liées à la Covid qui limitent les places, les inondations des 14 et 15 juillet dernier qui ont détruit une série de locaux ainsi que la réadmission de familles afghanes suite à l’opération Red Kite, n’ont, en effet, fait qu’aggraver une situation qui était déjà précaire faute de vision à long terme par votre prédécesseur.

Monsieur le Secrétaire d’État, les décisions politiques des années précédentes et le manque d’anticipation ont mis le réseau d’accueil dans une situation qui est difficile pour son personnel.

  • Face à la survenance d’événements imprévus, pourquoi avoir attendu la grève du personnel pour convenir de solutions alors qu’à la base le réseau d’accueil est mis sous tension de manière régulière même s’il a connu une accalmie suite au lockdown ?
  • Comment comptez-vous travailler à la stabilité des horaires du personnel et à la compensation des heures supplémentaires sans impacter sur la qualité de l’accueil ?
  • Combien de personnel comptez-vous engager en plus des 1 infirmiers ? Et pour assurer quelle fonction ?
  • Quel est l’impact des restrictions sanitaires, des inondations et de la mission Red Kite, sur le nombre de bénéficiaires à accueillir en plus ?
  • Comment comptez-vous assurer un réseau d’accueil de qualité, stable mais flexible, avec suffisamment de places tampons et un bon équilibre entre les places d’accueil collectives et individuelles comme vous vous êtes engagé à le faire dans votre NPG ?

Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, dames en heren kamerleden, het opvangnetwerk staat effectief onder druk. Het aantal beschikbare opvangplaatsen is beperkt. Het is daarom op dit moment niet mogelijk iedereen op te vangen die een verzoek indient om internationale bescherming.

Er is geen sprake van een dagelijks quotum dat we zouden opleggen, maar er dient wel rekening gehouden te worden met het aantal beschikbare opvangplaatsen, om voldoende personen te kunnen opvangen. Dat aantal verschilt van dag tot dag. Elke dag worden alle beschikbare plaatsen ingevuld. Er wordt 24 uur op 24 gewerkt om beschikbare plaatsen te creëren. Iedereen steekt hiervoor een tandje bij, en zelfs meer.

In het aanmeldcentrum van Fedasil en DVZ doen mensen hun best om zoveel mogelijk mensen te registreren en op te vangen, zo ook in de andere centra van Fedasil, waar ook bedden worden bijgezet. Daar zit uiteraard een limiet op, en die hebben we duidelijk bereikt. Op heel korte termijn worden er bijkomende opvangplaatsen geopend, maar vandaag overbruggen we heel moeilijk deze periode.

Hier is natuurlijk niemand mee gediend. Sinds enkele dagen kon iedereen die zich ‘s ochtend aanmeldde ook diezelfde dag nog geregistreerd worden. Het is onduidelijk om hoeveel individuele personen het gaat. Aangezien personen die geweigerd worden, ‘s anderendaags opnieuw in de rij kunnen staan, is het moeilijk om ze te tellen.

Het infopunt van de dienst dispatching is effectief gesloten, maar blijft bereikbaar per mail of telefoon voor diegenen die de vraag hebben gesteld. Er zijn hiervoor meerdere redenen, die deels al werden meegedeeld. De vraag over zijn specifieke impact is al een paar keer ter sprake gekomen in de commissie. Ik vermeld die heel graag nog eens. Door de overstromingen zijn meer dan 1.000 opvangplaatsen verloren gegaan.

Door de nood aan isolatieplaatsen in opvangcentra in het kader van de covidcrisis, dit betreft 1.200 plaatsen, zijn ook zoveel opvangplaatsen verloren gegaan. We kunnen het risico niet nemen om die isolatieplaatsen niet meer te gebruiken. Ze moeten beschikbaar blijven, mocht er een uitbraak zijn in een opvangcentrum. Daarnaast is er ook de operatie Red Kite, die ongeveer 400 personen betreft en die dus ook voor een extra instroom heeft gezorgd.

En vervolgens is er ook een algemene verhoging van de instroom. Gelet op de huidige situatie in Afghanistan, geldt er ook nog steeds een gedeeltelijke beslissingsstop voor verzoeken door Afghanen. Dat heeft ook een impact op de uitstroom. Mijnheer Francken, of dit betekent dat we naast een opvangcrisis met een asielcrisis zitten, hangt af van wat de komende maanden zullen brengen. Ik weet niet meer wie de opmerking maakte, maar volgens mij is ze terecht.

De perfect storm, zoals sommigen het noemen, en Red Kite in Afghanistan, de situatie aldaar tout court, hebben een impact op de uitstroom. De overstromingen en covid zorgen ervoor dat we met een specifieke cocktail te maken hebben. Het zal nog moeten blijken of dit zich de komende maanden zal voortzetten. Het zal bepalen of er effectief sprake is van een asielcrisis of niet.

Op dit moment hebben we in ieder geval een uitdaging wat de opvang betreft en moeten we de nodige maatregelen zien te nemen.

Au mois de septembre 2021, 151 demandes étaient enregistrées en moyenne par jour ouvrable. En janvier 2021, on était à 69 demandes enregistrées en moyenne par jour ouvrable. Il y a donc une augmentation nette qui peut être constatée. En septembre, le nombre de cas « Dublin » était évalué entre 40 et 45 %.

De instroom in oktober ligt iets lager dan die van september, maar blijft ook nog altijd hoog. We moeten ons dus voorbereiden op een voortgezette nood aan opvangcapaciteit om daarmee om te gaan. Over Dublin en de toename van het aantal Dubliners heb ik het straks nog.

En ce qui concerne le covid, compte tenu de la situation sanitaire, il est important de maintenir les places d’isolement, comme je l’ai dit tout à l’heure. Ces places d’isolement ont pour mérite important d’éviter la manifestation d’épidémie dans les centres d’accueil et ne pourront être supprimées que lorsque la situation sanitaire le permet.

Monsieur Rigot, vous avez mentionné à juste titre l’importance pour les gens de se faire vacciner. Une fois que cela sera le cas partout, cela aura aussi un impact positif sur les enjeux migratoires et, surtout, sur le réseau d’accueil. Je constate qu’il y a des centres d’accueil où le taux de vaccination est très élevé et d’autres, où il l’est beaucoup moins.

Tant que les mesures pour tous les Belges sont ce qu’elles sont en matière de vaccination, nous devons continuer à insister sur les campagnes de vaccination pour garantir que les gens se fassent vacciner aussi dans nos centres d’accueil. Quand une différence importante entre les centres d’accueil est constatée, cela nous prouve qu’il y a une marge de progression dans plusieurs centres.

Je pense qu’il est important que nous fassions le nécessaire. Je constate qu’entre-temps, le gouvernement, de manière globale, fait des efforts pour garantir une vaccination accrue auprès de la population. Il y a une bonne collaboration entre le gouvernement fédéral et les gouvernements régionaux. Je pense que c’est une bonne chose, parce que, si nous pouvons garantir que de plus en plus de personnes se font vacciner, nous pourrions vraiment aller de l’avant et retourner vers la normale le plus vite possible.

De combinatie van al deze elementen verklaart voor een deel de huidige druk op het opvangnetwerk. Daarnaast zijn er uiteraard – een aantal mensen heeft het ook terecht vermeld -, een aantal structurele problemen die ervoor zorgen dat de actuele situatie een dergelijke grote impact heeft op het opvangnetwerk. Migratie gaat immers voor een deel gepaard met een aantal zaken die men niet altijd kan voorspellen, zoals de overstroming, de situatie in Afghanistan en de gebeurde evacuatieoefening.

Men moet echter wel een systeem ontwikkelen dat resistent is en dat ervoor kan zorgen dat bij fluctuaties de juiste maatregelen kunnen genomen worden. En dus is er nood aan een buffersysteem. Het werd reeds verschillende keren gezegd, dat is een systeem dat ervoor zorgt dat men niet constant een jojobeleid heeft van op en af, maar dat men snel een aantal bufferplaatsen kan activeren en deactiveren zodra dat nodig is.

Dat is een filosofie waaraan gewerkt moet worden en waaraan gewerkt wordt. Onder meer de heer Rigot heeft gewezen op de beslissing van de regering om een significant aantal bufferplaatsen mogelijk te maken die ervoor moeten zorgen dat het systeem ons resistent maakt tegen fluctuaties die spontaan kunnen plaatsvinden. Daarnaast – dat kwam ook reeds een paar keer ter sprake – zijn structurele investeringen in personeel nodig.

Als men wil zorgen voor een snellere uitstroom, naast de juiste instroom, daarop kom ik later terug, heeft men voldoende capaciteit nodig. De capaciteit van de diensten om de asielaanvragen sneller te behandelen, is veel te lang beperkt gebleven. Effectief, het neemt tijd in beslag om te komen tot de opleiding en vorming, om te komen tot eenzelfde niveau bij de nieuwelingen als bij de routiniers.

Dat neemt effectief tijd in beslag. Wij hebben ervoor gezorgd dat dit zo snel mogelijk gebeurt. Er werden reeds verschillende vragen gesteld in de commissie over de aanwervingscampagnes, over de vraag of daarvoor interesse is, over hoeveel mensen solliciteren. Duizenden mensen solliciteren. Duizenden mensen hebben hun kandidatuur ingediend en doorlopen de Selorprocedures. Wij zorgen er ook voor dat de potentiële medewerkers van onze asiel- en migratiediensten versneld hun examens kunnen afleggen, om te zorgen voor impact zo snel mogelijk op het terrein.

Dit debat vindt jaarlijks plaats, wij moeten dat vermijden. Een deel van het antwoord zijn structurele investeringen in personeel die zorgen voor de nodige verschillen op het terrein. Ik ben onlangs, namelijk een aantal maanden geleden, nog naar Nederland geweest. Vergelijk het personeel dat Nederland heeft en de capaciteit die er in Nederland is met het personeel in België in aantal en dan hoef ik er geen tekening bij te maken, om u aan te geven wat het verschil is in personeel tussen ons land en Nederland en wat dat betekent voor de snelheid in de procedures. Soms is het handig te kijken naar onze buurlanden, om te beseffen welke impact de onderinvesteringen de voorbije jaren hebben gehad.

Om aan de structurele problemen tegemoet te komen, werd reeds een beleid in de steigers gezet. Fedasil heeft van de ministerraad niet alleen de toestemming gekregen om bijkomende opvangplaatsen te openen teneinde er nu op dit moment voor te zorgen dat niemand in de kou blijft staan, maar ook om te werken met het systeem van 5.400 bufferplaatsen die het verschil moeten maken op het terrein.

Dat zijn plaatsen die niet meteen worden gebruikt, maar die wel beschikbaar moeten zijn om op de noodzakelijke momenten te kunnen opschalen. Er bestond reeds een kader om 1.500 bufferplaatsen achter de hand te hebben. Zij waren er de voorbije zomer ook. Alleen is dat aantal onvoldoende gezien het verlies aan plaatsen de voorbije zomer door de overstromingen. Het aantal bufferplaatsen moet dus hoger zijn. Het kader daartoe werd reeds gecreëerd. Het is aan Fedasil om de beslissing uit te voeren. Uiteraard heeft het agentschap daarvoor de nodige tijd nodig.

Le plan de répartition est prévu dans l’arrêté royal du 17 mai 2016 fixant les critères d’une répartition harmonieuse entre les communes des places d’accueil individuelles pour les demandeurs d’asile. Sa mise en œuvre nécessite l’adoption d’un arrêté royal d’activation qui doit être délibéré en Conseil des ministres. Ce plan de répartition ne fait pas référence au nouveau concept des places tampon. L’agence étudie la possibilité d’utiliser des places tampon également dans les structures d’accueil individuelles.

Depuis 2018, toutes les places tampon étaient jusqu’à présent collectives. Je pense que c’est à nouveau M. Rigot qui, à juste titre, a mentionné la frustration au niveau local, qui est très souvent présente. M. Senesael aussi d’ailleurs. Le combat est à mener pour garantir que chaque personne puisse être accueillie dans nos centres d’accueil. Pour cela il faut garantir que le contact avec le niveau local qui, pendant des années, a été malmené, soit rétabli. S’il est très facile et très rapide de déconstruire, construire prend du temps.

C’est malheureux mais c’est la réalité. Nous devons y travailler, à Mouscron aussi d’ailleurs. J’y reviendrai plus tard. Il est important de rester en contact avec le pouvoir local, de discuter, de voir ce que l’on peut faire sur le terrain. En ce qui concerne les structures d’accueil individuelles, nous avons dû nous rendre compte que, vu la politique qui a créé une inquiétude au niveau local, et qui ne l’a pas rassuré, nous commençons avec 100 mètres de retard dans un sprint de 100 mètres et cela nous complique la vie. C’est la réalité ; nous devons y faire face et y travailler.

Er is ook geïnvesteerd in structurele personeelsversterking van de asielinstanties. De wervingoperatie loopt nu, en moet op korte termijn leiden tot de eerste aanstellingen. Wij beogen een versterking met 65 vte’s bij de afdeling Internationale Bescherming van de Dienst Vreemdelingenzaken, 51 vte’s bij het Commis[1]sariaat-Generaal en 44 vte’s voor volle rechtswacht bij de RvV. Hoewel deze structurele oplossingen de enige manier zijn een duurzame stabiliteit te creëren voor het opvangnetwerk, is er effectief tijd nodig voor de uitvoering hiervan, en dit lost de meest acute problemen dus niet op.

Daarom heeft Fedasil van de ministerraad de toestemming gekregen opvangplaatsen te openen en de bezettingsgraad zo onder controle te houden. Er moeten hiervoor geen bijkomende middelen gevraagd worden, daar de regering in de begroting een buffer heeft aangelegd voor volume-effecten in de opvang. Het agentschap heeft bufferplaatsen geactiveerd bij verschillende operatoren en op verschillende locaties, onder meer in Oudergem, in Koksijde, in Florennes, in Morlanwelz, in Spa, in Hotton, in Bierset, en ga maar door.

Het agentschap is in gesprek met Defensie, met de Regie der Gebouwen, en met privéaanbieders van vastgoed, om locaties te vinden en capaciteit te creëren. Le démarrage des centres d’accueil sera effectué par l’agence et par ses partenaires structurels. Fedasil en haar partners zetten momenteel alles op alles om voldoende opvangplaatsen te realiseren en krijgen daarvoor ook van mij de maximale ondersteuning.

Malgré plusieurs appels, on ne constate pas d’engagement supplémentaire au niveau local pour le moment. Comme je l’ai déjà dit, je continuerai à convaincre les autorités locales de l’importance d’organiser l’accueil au niveau local. Dans cette situation, une révision du modèle d’accueil n’est pas opportune.

Daarnaast werden ook maatregelen genomen om de instroom te beperken. Zo zullen aankomsten in het kader van hervestiging de komende maanden worden beperkt tot een tiental zeer urgente transfers. Het lijkt mij niet meer dan logisch dat de urgente transfers van mensen die nood hebben aan bescherming en die wegens hun profiel niet kunnen wachten, niet on hold worden gezet, maar voor de rest is dat wel het geval. Men moet immers altijd rekening houden met de beschikbare opvangcapaciteit. Er zijn momenten om aan hervestiging te doen en momenten waarop men vooral realistisch moet zijn en rekening moet houden met de situatie op het terrein.

Dat moment lijkt mij logischerwijze nu meer dan ooit aangebroken. Voorts heb ik een ontradingscampagne gelanceerd gericht op de secundaire migratie[1]stromen. Ik heb daarnet al gezegd dat zij significant zijn. Zij creëren een belangrijke bijkomende druk op het asiel- en opvangsysteem en moeten worden aangepakt. Dat moet gebeuren op de lange termijn. Ik verwijs regelmatig naar het Europees asiel- en migratiepact om tot structurele oplossingen te komen, ook wat de opvangwet betreft, om te voorkomen dat wij onder druk komen te staan van asielzoekers die al een aanvraag hebben ingediend in een ander land of zelfs van mensen met een M-status, die erkend zijn als vluchteling in een ander land en toch nog asiel vragen in België, waarna wij verplicht zijn om hen op te vangen. Europa zorgt met het asiel- en migratiepact mee voor structurele oplossingen, maar men moet ook op dit moment maatregelen nemen, vandaar de ontradingscampagne.

Zij is belangrijk om aan te geven dat de Dublinverordening bestaat en moet worden uitgevoerd en dat het geen zin heeft om zich te verplaatsen als men ergens al een asielaanvraag heeft ingediend. Dat zet het systeem onder druk en zal niet zorgen voor een behandeling van het dossier in België. Zijn samenwerkingsovereenkomsten noodza-kelijk? Er is gisteren een samenwerkingsovereen-komst gesloten met Nederland en Luxemburg. Ik heb daarover reacties gezien, ook van de oppositie. Bekijk de cijfers wat betreft de effectieve uitvoering van de Dublinverordening in Nederland en Luxemburg. Die zijn uiteraard beperkt in verhouding tot het totale aantal Dublintransfers dat moet plaatsvinden, maar ook daar is er nog ruimte voor verbetering omdat in de voorbije drie jaar iets meer dan 100 Dublintransfers werden uitgevoerd op de meer dan 1.000 Dublintransfers die hadden moeten plaatsvinden.

Het is dus noodzakelijk dat wij daar werk van maken, maar wij komen er uiteraard niet met alleen Nederland en Luxemburg. De eerste partners waarmee wij het goede voorbeeld kunnen geven, laten liggen, lijkt mij echter onverstandig. Het is voor mij belangrijk dat we het goede voorbeeld geven met Nederland en Luxemburg om te tonen dat het werkt. In tweede instantie kunnen we dan ook naar de andere buurlanden kijken, met name Frankrijk en Duitsland, die toch een stuk groter zijn. We kunnen dan de best practices die we met Nederland en Luxemburg ontwikkeld hebben, meenemen en hen uitnodigen om daarin mee te gaan. Zo verruimen we dan telkens de cirkel, maar men moet ergens beginnen.

Er wordt regelmatig gezegd dat ik moet stoppen met enkel naar Europa te kijken. Terecht. Men moet wel ergens beginnen, en wel daar waar we weten dat we snel resultaat kunnen boeken. Met Nederland en Luxemburg is dat nu gerealiseerd. Laten we daarop voortbouwen om ook de andere landen duidelijk te maken dat Dublin uitgevoerd moet worden en dat dit ook op het terrein zorgt voor verbetering voor alles en iedereen. Want asielzoekers die van het ene naar het andere land gaan om asiel aan te vragen, zetten druk op het systeem in alle mogelijke landen. Van het ene naar het andere land gaan in de hoop elders een andere behandeling te krijgen, komt ook de asielzoeker niet ten goede. Ik denk dus dat het belangrijk is dat die samenwerkingsakkoorden met Nederland en Luxemburg een feit zijn en ik ben daar zeer tevreden over.

Opnieuw, om te parafraseren : zal dat de mirakeloplossing zijn? Nee, maar het maakt wel deel uit van de oplossing. Hetzelfde wat Albanië betreft en de ontradingscampagne die daar gelanceerd is. Zal dat de mirakeloplossing zijn? Nee, maar men moet snel kunnen reageren. Als men een instroom merkt gedurende een à twee maanden van bepaalde nationaliteiten die wij als veilig beschouwen, moet men snel kunnen reageren.

Dat is in het verleden gebeurd: de heer Francken heeft dat gedaan, mevrouw De Block heeft dat gedaan, de heer Wathelet heeft dat gedaan. Als men merkt dat er in bepaalde landen bij de bevolking ideeën leven in de trant van « in België kunnen mensen uit Albanië internationale bescherming krijgen omwille van de levensom[1]standigheden aldaar », moet men daar de juiste informatie gaan geven. Want ook voor hen is dat niet handig: alles achterlaten en soms zelfs het weinige verkopen dat ze hebben om een tocht naar Brussel te ondernemen die uiteindelijk op een weigering zal uitdraaien.

De realiteit is wat ze is, wij hebben een heel goede samenwerking met Albanië wat terugkeer betreft, en de pineut in heel deze kwestie is vooral de persoon die op basis van verkeerde informatie vertrekt, hier terechtkomt en uiteindelijk toch teruggestuurd wordt. Want de terugkeerakkoorden met Albanië zijn zeer goed. Men moet dus mensen informeren en de juiste informatiecampagne opzetten. Is dat ook mogelijk voor andere landen? Ja, en we moeten kijken met welke landen we dat precies doen.

Een ontradingscampagne voor Eritrea of Somalië lijkt me niet meteen aangewezen. Mensen die nood hebben aan bescherming en om die reden willen vluchten, kan men niet ontraden om ergens op zoek te gaan naar een veilige haven. Maar er zijn heel veel mensen – en u kent die cijfers allemaal – die asiel aanvragen waarbij dan blijkt dat ze geen nood hebben aan bescherming. Die mensen moeten we informeren. Of u dat een informatiecampagne of een ontradingscampagne noemt, ik wil die semantische discussie hier niet aangaan.

We moeten er wel voor zorgen dat die mensen weten waar ze aan beginnen, omdat we zo veel erger kunnen voorkomen. Het is dus belangrijk om hen te informeren en het is zeker belangrijk om te blijven bekijken met welke landen we dat nog doen en welke middelen we kunnen gebruiken. Sociale media kunnen we inzetten om informatie zo snel mogelijk bij bepaalde doelpublieken te brengen. Het is belangrijk om daar verder aan te werken.

In het verleden is de rechter al vrij duidelijk geweest over het ontzeggen van opvang aan mensen die onder de Dublinprocedure vallen. We moeten daarmee rekening houden. Ondertussen moeten we verder werken aan de opvangwet. Als de rechter in het verleden evenwel duidelijk is geweest, zal dat ook zo blijven. Hetzelfde wat quota betreft. Daarover bestaat al voldoende duidelijkheid over wat kan en wat niet kan. Bij een quotum van bijvoorbeeld 50 personen per dag, moet de 51e, die nood heeft aan bescherming, wachten tot morgen. Dat is niet de juiste aanpak van het probleem.

Men moet een juist onderscheid kunnen maken tussen wie nood heeft aan bescherming en wie niet. We merken dat er een aantal secundaire migratiestromen zijn die we moeten aanpakken. We merken ook dat er een aantal mensen naar België komen die eigenlijk geen nood hebben aan bescherming en uit een veilig derde land afkomstig zijn. Daartegen moeten we optreden. Het is niet mijn filosofie om blindelings quota in te voeren, waardoor mensen opvang wordt ontzegd – opvangmogelijkheden of niet. Daarnaast is er nog de snellere behandeling van de asielaanvragen.

Om de uitstroom uit de opvangcentra te bevorderen, zet het CGVS alles op alles om de termijnen te verkorten waarin beslissingen worden genomen. Bijvoorbeeld asielaanvragen van verzoekers afkomstig uit veilige landen van herkomst en volgende verzoeken worden bij voorrang behandeld. Die aanvragen kan men immers veel sneller behandelen, de antwoorden kunnen ook veel sneller worden gegeven en dat helpt om tot een snellere uitstroom te komen. Normaal gezien zouden zij sneller kunnen uitstromen, hetzij met een positieve beslissing, hetzij met het bevel om het grondgebied te verlaten.

En ce qui concerne Mouscron, il y a une pression au niveau du personnel. J’ai visité le centre d’accueil et j’ai eu l’occasion de parler avec le personnel de Fedasil. J’ai pu sentir qu’il y avait un besoin important de renforcer l’effectif et d’avoir l’encadrement nécessaire pour garantir la sécurité sur le terrain. Les éléments mentionnés par le personnel sont importants pour moi. J’ai reçu une invitation de la bourgmestre pour voir quelles sont les préoccupations sur le terrain. Le centre de Mouscron accueille énormément de résidents, beaucoup trop.

Ce gouvernement a toujours précisé que les centres qui accueillent plus de 700 personnes ne correspondent pas à sa philosophie. Nous devons réagir à la problématique actuelle mais ce n’est pas la philosophie que nous voulons adopter à moyen et long termes. Cela n’aide personne, cela crée des frustrations sur le terrain avec le pouvoir local, avec le personnel qui fait un travail compliqué et avec les résidents de ce grand centre qui ne permet pas un accueil dans les meilleures circonstances. Je suis bien conscient des problèmes actuels mais aussi de ce qu’il faut faire à court, moyen et long termes pour garantir qu’on n’arrive plus à ce genre de situation. Mais pour l’instant, nous devons faire face aux problèmes sur le terrain et y répondre avec la capacité nécessaire pour garantir la qualité de l’accueil.

Wat de niet-begeleide minderjarige vluchtelingen betreft, elke NBMV die ‘s ochtends in de rij staat is per definitie kwetsbaar. Ze krijgen dan ook voorrang bij de opvang. Er bestaat een samenwerking met het Agentschap Opgroeien en Services de l’aide à la jeunesse voor de opvang van heel jonge kinderen of jongeren met specifieke profielen. Betreffende de stakingsactie in het Klein Kasteeltje verwees mevrouw Platteau terecht naar twee belangrijke componenten, enerzijds Human Resources en anderzijds het aantal opvangplaatsen. Wat HR betreft, heb ik effectief een aantal gesprekken gehad met medewerkers van het Klein Kasteeltje. In het afgelopen jaar heb ik me er zes à zeven keer naartoe begeven.

Het is belangrijk om voeling te hebben met wat er in het Klein Kasteeltje leeft, ook bij het personeel. We zijn het er hopelijk allemaal over eens dat het Klein Kasteeltje nooit bedoeld was om gebruikt te worden als aanmeldcentrum. Er is nood aan een ander aanmeldcentrum, op een andere site. Belangrijke gesprekken hieromtrent zijn lopende, zodat het aanmeldcentrum datgene kan doen waarvoor het is bedoeld. Aanmeldingen moeten in de juiste omstandigheden kunnen gebeuren en het aanmeldcentrum moet kunnen omgaan met de vaak voorkomende fluctuaties. Vandaag is het Klein Kasteeltje enerzijds een aanmeldcentrum maar anderzijds eigenlijk ook een opvangcentrum, omdat er te weinig plaatsen zijn.

Dat levert de huidige problemen op. Hier moet structureel aan gewerkt worden. Ten tweede moet er ook voor gezorgd worden dat het personeel voldoende wordt gevaloriseerd. Een werknemer vertelde me dat hij al 25 jaar voor Fedasil werkte in het Klein Kasteeltje, en dat hij soms, al jarenlang dus, op vrijdag niet wist of hij op maandag opnieuw zou moeten komen werken. Asiel en migratie houden uiteraard altijd een aantal jobs in die moeten kunnen omgaan met fluctuaties en dynamisch moeten kunnen reageren op de realiteit. Er zijn echter ook veel structurele jobs. Mensen moeten hier gevaloriseerd worden, opdat het personeel en de ervaring op het terrein niet verloren gaan. Mensen die met een structurele job in een aanmeldcentrum al jarenlang met een tijdelijk contract werken, zullen ooit beslissen om te vertrekken. Die ervaring speelt men dan kwijt. Daar moet iets aan gedaan worden.

Ik ben hier heel duidelijk in geweest in mijn contacten met de vakbondsafgevaardigden maar ook met het personeel. Voor mij kan er zo niet omgegaan worden met mensen die structureel werk leveren op het terrein. Ik ben zo duidelijk als ik maar zijn kan, je moet mensen valoriseren, des te meer in deze coronaperiode. Veel mensen konden telewerken maar zij konden dat niet. Zij zijn ter plaatse moeten blijven werken voor de DVZ en Fedasil. Elke dag moesten ze in moeilijke omstandigheden op het terrein zijn. Die mensen moet je valoriseren en het HR-beleid moet daarop gericht zijn. Ik ben dan ook blij dat ik die duidelijkheid heb kunnen geven aan het personeel en dat ik die ook hier in deze commissie kan geven, in alle transparantie. Het is belangrijk dat het personeel inziet dat we op dat vlak 35 jaar lang hebben moeten wachten op de valorisatie, maar dat we nu op dezelfde lijn zitten en er werk van willen maken.

C’était aussi une question posée par M. Rigot, relative au personnel et à la manière dont il est valorisé. Nous travaillons avec des contrats temporaires pour tous. Les contrats temporaires resteront et feront toujours partie de la chaîne Asile et Migration, mais il est important que ceux qui exécutent un travail structurel puissent continuer à le faire. Il y a aussi le fait que chacun doit pouvoir travailler dans des circonstances correctes.

Il faut en outre garantir les places d’accueil à ceux qui en ont besoin. Là aussi, nous avons précisé que le travail est fait quotidiennement sur le terrain pour garantir que, non seulement, nous aurons des places « tampons » à moyen terme, mais qu’à court terme un nombre suffisant de places soit garanti dans notre réseau d’accueil.. Il y a eu des questions relatives au renforcement des effectifs.

Mevrouw Daems, u vroeg of het personeel al versterkt was, na de ondernomen acties. Er komen wekelijks mensen bij, ook in het aanmeldcentrum. Ik was gisteren nog in het Klein Kasteeltje en daar waren drie nieuwe mede bezig aan hun eerste week. L’Agence a répondu en prenant immédiatement contact avec les permanents syndicaux. Plusieurs réunions se sont tenues avec Fedasil à plusieurs reprises. Le directeur général de Fedasil et moi-même nous sommes rendus sur place plusieurs fois; nous avons écouté les collaborateurs et nous avons procédé à un renforcement du personnel au Petit-Château.

Il s’agit aussi de gérer les heures supplémentaires et les jours de congé. Il y a un plan d’action en vue de soulager les équipes particulièrement impactées par le fonctionnement du centre.

Ook de werkomstandigheden worden dus bekeken. Er was ook een vraag over een back-up voor het aanmeldcentrum. Dat lijkt mij niet nodig. Op korte termijn is er wel een betere afstemming nodig tussen de verschillende diensten, om de doorstroming in het aanmeldproces te verbeteren. Een back-up van het aanmeldcentrum is niet nodig, wel moet men ervoor zorgen dat mensen ook effectief opgevangen kunnen worden. Wij kijken uit naar een andere site, maar dat neemt uiteraard tijd in beslag. Migratie blijft een internationaal fenomeen en wij blijven op Europees niveau verder werken aan wat nodig is.

Er is veel nodig om het migratiepact te verbeteren en werk te maken van een Europees asiel- en migratiepact. Ondertussen mogen we niet stilzitten en moeten we ervoor zorgen dat we de structurele maatregelen die al veel te lang niet genomen zijn vandaag wel nemen. Excuseer mij dat ik zolang spreek, maar het is gewoon een feit dat er heel veel structurele maatregelen gedurende lange tijd niet genomen zijn. Daarom moeten we ze vandaag nemen. Ik hoop dat dit kan vermijden dat we dergelijke problemen ieder jaar opnieuw moeten meemaken.

Vanessa Matz (cdH): Monsieur le secrétaire d’État, je vous remercie pour cette réponse exhaustive. Contrairement à certains collègues, je ne pense pas que la longueur de votre réponse implique que vous soyez dans l’embarras pour un dossier. La balle pourrait être directement renvoyée à la personne qui a énoncé ces propos. Elle est souvent extrêmement longue dans ses interventions.

Est-ce à dire qu’elle serait en difficulté au moment où elle pose ses questions ? C’est un dossier compliqué qui implique que vous puissiez répondre de manière complète, comme vous l’avez fait, parce qu’on ne se cache pas derrière une phrase ou l’autre en disant qu’on va fermer, ouvrir, restreindre. Il ne s’agit pas de cela ici ! J’ai bien entendu votre volonté d’être à l’écoute – je pense que c’est le facteur numéro un -, de ne pas parler de quotas et de choses inconciliables avec nos engagements internationaux, d’essayer d’être flexible, adaptable à la situation qui évolue de jour en jour, nous le savons.

Le personnel a eu son moment de grogne qui était, selon moi, nécessaire pour rappeler toutes les missions qu’il doit remplir et la charge de travail importante qui a été engendrée par toute une série de situations comme le covid, l’arrivée plus importante de demandeurs d’asile, etc. Nous comptons sur votre engagement pour continuer à être à l’écoute du personnel Fedasil, être attentif aux besoins et ne pas adopter une posture de restriction mais plutôt une posture d’adaptabilité et d’écoute de ce qui se passe sur le terrain.

J’espère que vous pourrez poursuivre dans cette voie. Nous ne manquerons pas de revenir régulièrement sur ce dossier important pour lequel le personnel est un maillon essentiel de l’ensemble des procédures, sur lequel nous devons pouvoir compter mais qui doit être reconnu à sa juste valeur.

Lire le compte rendu de la commission