La mesure provisoire en matière d’accueil appliquée par la CEDH à l’État belge
La mesure provisoire en matière d’accueil appliquée par la CEDH à l’État belge

La mesure provisoire en matière d’accueil appliquée par la CEDH à l’État belge

Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la secrétaire d’État, il est important d’essayer de faire le point, de manière sereine, sur une situation dramatique. Cette situation met en jeu les fondements mêmes de notre État de droit et l’accueil digne de personnes, vulnérables par définition, qui ont fui des conflits, des drames, et qui se trouvent aujourd’hui dans une position tout aussi dramatique, à cause du froid, de la faim, de l’absence de soins.

Le 2 novembre dernier, la Cour européenne des droits de l’homme a décidé d’appliquer à la Belgique une mesure provisoire concernant un demandeur d’asile ivoirien, sans hébergement depuis son arrivée en Belgique le 15 juillet dernier.

Le 20 octobre 2022, après avoir épuisé toutes les voies de recours à sa disposition, le requérant a saisi la Cour d’une demande de mesure provisoire afin qu’il soit enjoint au gouvernement d’exécuter l’ordonnance du tribunal et de lui fournir un hébergement d’urgence et une assistance matérielle pour faire face à ses besoins élémentaires.

La situation décrite par le requérant est bouleversante. Elle montre à quel point la saturation du réseau a pour conséquence de contraindre les personnes, qui ont pourtant droit à un accueil, de vivre dans des situations indignes de notre État de droit. En effet, à l’appui de sa demande, le requérant précise qu’en plus du froid qui s’installe progressivement, de l’humidité, de la faim, il souffre de problèmes de santé. Il évoque également l’épidémie de gale qui sévit parmi les demandeurs d’asile à la rue, et qui s’aggrave en raison des mauvaises conditions sanitaires. Il affirme se trouver dans l’impossibilité de consulter un médecin qui lui permette de faire un contrôle rapide de ses problèmes de santé.

Il s’agit d’une première décision de la Cour européenne, qui augure d’autres décisions de ce type, puisqu’elle continue à recevoir des demandes similaires, faute de places d’accueil.

Évidemment, cet exemple est illustratif de ces conditions extrêmement pénibles. Pourtant, vous aviez, en séance plénière du 20 octobre, affirmé qu’il n’y avait pas de MENA ni de familles avec enfants qui logeaient dans la rue en cette période. Or, les bruits et les constats de terrain des associations nous montrent l’inverse.

Quotidiennement, des familles sont à la rue et dorment dans des squats de bâtiments désaffectés, dans des conditions inacceptables.

Madame la secrétaire d’État, j’ai quelques questions. Vous aviez aussi annoncé en séance du 20 octobre une série de mesures pour désengorger ce réseau.

  • Combien de fonctionnaires, sur les 150 annoncés, ont-ils répondu favorablement à la mise à disposition chez Fedasil?
  • Combien de places tampon existent-elles aujourd’hui? Allez-vous atteindre votre engagement de 5 400 places tampon?
  • Comment se passe la collaboration avec la Défense?
  • Comment s’organise l’ouverture de 1 500 places annoncées?
  • Combien de places la Défense a-t-elle ouvertes jusqu’à présent?
  • Où en est le recrutement de 70 collaborateurs pour le CGRA?
  • L’arriéré du CGRA était de 12 000 dossiers cet été. À combien s’élève-t-il aujourd’hui?
  • Estimez-vous que le budget de Fedasil soit suffisant pour remplir ses missions?
  • Pour quelle raison n’y a-t-il pas d’enveloppe supplémentaire pour les deux prochaines années?

Il y a quelque chose d’incompréhensible. Nous avons l’impression que c’est un peu comme si la situation était découverte par le gouvernement.

Or, nous savons que cette saturation du réseau s’annonce depuis longtemps, suite aussi aux décisions de vos prédécesseurs, qui ont fait service minimum dans ce dossier. Mais par contre, maintenant, objectivement, ce qui se passe est gravissime, et nous n’avons pas l’impression que les budgets complémentaires soient de nature à signifier clairement une volonté du gouvernement d’à tout le moins respecter ses obligations internationales, pour ne pas dire beaucoup plus, et de respecter la dignité de chacun et de chacune.

J’attends vraiment que vous puissiez nous convaincre que ce gouvernement a pris la mesure de ce qui est en train de se passer dans notre pays. Je vous remercie.

Staatssecretaris Nicole de Moor: Bedankt en goedemorgen, beste collega’s. Er werden heel veel vragen ingediend over opvang. We hebben een dertigtal vragen gebundeld en ik zal daarop zo uitgebreid mogelijk antwoorden. Er zijn de voorbije dagen ook nog schriftelijke antwoorden bezorgd met meer gedetailleerde cijfergegevens.

Mijnheer Van Langenhove, u vindt het jammer dat ik sinds 28 september niet meer in deze commissie ben geweest. Laat ons echter eerlijk zijn, ik ben hier op 28 september geweest om vragen te beantwoorden. Ik ben hier in oktober ook nog twee keer geweest, voor de bespreking het auditverslag en het jaarverslag van de Dienst Vreemdelingenzaken. Daarna is de vergadering van 24 oktober, waarin ik heel graag op jullie vragen had geantwoord, door de commissie zelf geannuleerd. Als gevolg daarvan kan ik hier nu pas zijn. Deze annulatie gebeurde dus niet op mijn vraag, maar op uw vraag. Laten we dus eerlijk zijn, ik doe mijn uiterste best om op elke uitnodiging van deze commissie in te gaan. Beste collega’s, zoals u allen weet, is de situatie momenteel zeer ernstig. Zowel in de maand september als in de maand oktober dienden meer dan 4.000 personen een verzoek in om internationale bescherming in ons land. Dat gebeurde in een context waarin het opvangnetwerk van Fedasil reeds jaren onder zware druk staat en er dit jaar ook 60.000 personen uit Oekraïne tijdelijke bescherming hebben aangevraagd in ons land.

Mijnheer Moutquin, ik heb nooit gezegd dat er 100.000 asielzoekers zijn in ons land. Ik heb wel gezegd dat er 100.000 mensen bescherming hebben aangevraagd in ons land. Dat is wel realiteit. Deze mensen zijn wel allemaal aanwezig en dat zorgt voor extra uitdagingen. Wat de asielzoekers betreft, gaat het hier, anders dan in 2015, niet om een scherpe piek in de statistieken, maar om een aangehouden stijging van de instroom. Ook dat leidt tot andere uitdagingen dan in 2015.

De voorbije maanden werden heel wat maatregelen genomen die de druk op het asiel- en opvangsysteem moeten verlichten. Verschillende collega’s hebben hierover vragen gesteld en ik zal deze zo volledig mogelijk beantwoorden.

Zoals ik al eerder aangaf, dienen heel veel personen momenteel een verzoek in om internationale bescherming. Het is daardoor niet elke dag mogelijk om iedereen te registreren. Ik geef even een voorbeeld, maandag stonden er bijna 500 mensen aan de deur. We slagen er echter wel in om steeds binnen enkele dagen een verzoek om internationale bescherming te registreren bij de Dienst Vreemdelingenzaken.

Om deze reden wordt er voor de beschikbare plaatsen bij Fedasil voorrang gegeven aan gezinnen, alleenstaande vrouwen en niet-begeleide minderjarigen. Concreet wordt er prioriteit gegeven op basis van de gezinssamenstelling van de verzoekers. Daarnaast kan er, wanneer er wordt vastgesteld dat een verzoeker bijvoorbeeld ernstig ziek is of een ernstige beperking heeft, toch een opvangplaats worden verschaft.

Personen van wie het verzoek geregistreerd wordt maar voor wie er geen opvangplaats beschikbaar is op deze dag, krijgen mondeling de toelichting dat er geen opvangplaats beschikbaar is. Er wordt ook een document meegegeven waarop vermeld staat dat de persoon zich kan inschrijven op een wachtlijst.

Nombre de demandeurs s’adressent au tribunal du travail pour faire valoir leurs droits à l’accueil. Ainsi, Fedasil a été condamné presque 4 500 fois sur requête unilatérale par le tribunal du travail. Aucune astreinte n’a été payée jusqu’à aujourd’hui.

Fedasil s’efforce d’accueillir au mieux les personnes pour lesquelles il existe une condamnation: 2 441 personnes ont déjà été accueillies de cette manière et 2 300 d’entre elles sont encore sur une liste d’attente.

Il y a trop peu de places disponibles aujourd’hui pour exécuter ces décisions immédiatement. C’est pourquoi certains demandeurs s’adressent à la Cour européenne des droits de l’homme. Cette Cour a pris une mesure temporaire dans une affaire individuelle à la fin du mois d’octobre. Fedasil invitera ce demandeur dès que possible pour lui attribuer une place d’accueil.

Ik wil nogmaals benadrukken dat het geen politieke beslissing is om die veroordelingen niet uit te voeren. Fedasil bevindt zich simpelweg in de operationele onmogelijkheid om gevolg te geven aan die beslissingen, omdat er simpelweg onvoldoende plaatsen zijn.

Il est vrai que dans une dizaine de dossiers, certains tribunaux ont ordonné à Fedasil de supprimer le code 207. Cela signifie alors que la personne concernée peut se tourner vers les CPAS. Fedasil fait appel dans ce cas mais ces décisions sont exécutoires par provision et l’appel n’est pas suspensif. Le code 207 sera donc supprimé dans ce cas.

D’après mes informations, aucun soutien financier n’a encore été versé par les CPAS. J’ai demandé au CGRA de donner la priorité au traitement de ces dossiers afin d’éviter que ces personnes ne fassent appel à une aide financière.

Vervolgens ga ik even in op wat er de voorbije periode al is gerealiseerd. Het opvangnetwerk heeft vandaag met 32.000 plaatsen een historisch hoge capaciteit bereikt. De regering heeft daarvoor al de nodige kredieten voorzien. De creatie van al die opvangplaatsen heeft de voorbije periode enorm veel inspanningen gevraagd van alle betrokken actoren. Dankzij de medewerkers van Fedasil, het Rode Kruis en andere partners kan dag in, dag uit opvang worden aangeboden aan meer dan 30.000 personen. De opvang omvat ook sociale begeleiding, het organiseren van de dagbesteding, begeleiding naar een opleiding en ondersteuning op verschillende andere vlakken. Met die immense uitdaging worden we elke dag geconfronteerd.

Plus précisément en ce qui concerne les centres de Bassenge et de Spa, un planning mensuel d’activités régulières est proposé. Des activités liées à l’activation professionnelle et à la scolarisation des enfants sont bien évidemment présentes, comme par exemple une école de devoirs, des cours de français ainsi que des aides à la recherche d’un emploi. Des activités favorisant le bien-être des résidents sont également prévues (activités sportives et animations). Enfin, les centres ont également développé des partenariats pour l’activation socioprofessionnelle.

Ook uw vragen over het hoe en waarom van bepaalde concrete sites maken duidelijk dat het aanhouden en realiseren van de capaciteit en het creëren van bijkomende capaciteit niet zonder moeite zijn. Opdat kwetsbare asielzoekers niet langer op straat zouden moeten slapen, heeft de regering beslist om personeel van andere overheidsdiensten vrij te maken om in de centra van Fedasil te werken en om, onder coördinatie van het crisiscentrum, in humanitaire noodopvang voor 1.500 mensen te voorzien. In eerste instantie zou dat gebeuren in Jabbeke en Glons.

Pour répondre aux besoins les plus aigus et accueillir les personnes les plus vulnérables à court terme, le Centre de crise a été impliqué. Il coordonnera le démarrage des capacités d’hébergement d’urgence supplémentaires à Jabbeke et à Glons qui seront créées en coopération avec la Défense, la Protection civile, la Régie des Bâtiments, la Santé publique et Fedasil.

Die sites werden door het crisiscentrum voorgedragen, na een analyse samen met Defensie van het beschikbare overheidspatrimonium. De lokale besturen werden door mij op de hoogte gebracht, voorafgaand aan de bespreking in het kernkabinet.

Idealiter hadden we meer tijd gehad om dat met de lokale besturen te bespreken, zoals dat het geval is voor andere locaties, maar voor die noodopvang was er die tijd en ruimte niet. De situatie is urgent, want er slapen mensen op straat. Het gaat inderdaad snel. Dat neemt niet weg dat ik blijvend in dialoog ga met de lokale besturen. Zo heb ik met de burgemeester van Jabbeke een goede werkwijze kunnen uitwerken. De verschillende betrokken diensten bekijken momenteel hoe de creatie van de noodcapaciteit op de aangehaalde sites zo snel mogelijk kan worden gerealiseerd. Hiervoor zullen verschillende werken moeten plaatsvinden.

Een dialoog met de lokale besturen voor de opening, het behoud of het opschalen van opvangcapaciteit is cruciaal. Ik zal dan ook alles blijven doen om de dialoog open te houden. We zien helaas echter dat heel wat burgemeesters naar andere manieren grijpen om de opvang in hun gemeente te beperken of verhinderen. Het overleg in Jabbeke toont aan dat dialoog werkt en dat we best allemaal aan hetzelfde zeel trekken.

À mon grand regret, la bourgmestre de Glons, par exemple, a pris, la semaine dernière, un arrêté policier limitant la capacité du centre d’accueil et empêchant la capacité d’accueil d’urgence prévue de 675 places. Tant l’État belge que Fedasil ont fait appel contre cette décision devant le Conseil d’État en extrême urgence. Les autorités locales de Spa et de Mouscron ont pris une décision similaire.
De annulatieberoepen tegen de burgemeestersbesluiten van Spa en Moeskroen zijn nog hangende voor de Raad van State.

Ook door de gemeente Molenbeek werden verschillende juridische procedures opgestart. Het ging hier evenwel om een urbanistieke kwestie, waarvoor Fedasil nu een uitzonderingsaanvraag zal indienen bij het Brussels Gewest. Het gebouw dat vroeger een woon-zorgcentrum was, kan voor de burgemeester geen residentiële bestemming meer hebben, wat toch opmerkelijk is, gezien de vorige functie van het gebouw en gezien het feit dat het voor de burgemeester geen probleem was om er Oekraïners op te vangen.

Ce n’est que dans le cas de Spa que l’autorité a saisi la justice pour faire appliquer la décision par une astreinte. Jusqu’à aujourd’hui, aucune astreinte n’a été payée dans ce dossier. We moeten echter plaatsen blijven creëren. Dat doen we dag in, dag uit. Zo worden er momenteel centra opgezet in Sint-Laureins, Theux, Bredene, Verviers, Büllingen en Genappe. Het precieze aantal opvangplaatsen dat in de toekomst nodig zal zijn, is uiteraard afhankelijk van de ontwikkelingen de komende periode.

Wat uw vragen over de concrete opvangsites betreft, er zijn momenteel in Berlaar 400 plaatsen in gebruik en vanaf volgende week de overige 350 plaatsen.

Quant à Spa, la capacité y est actuellement de 415 places. À Jalhay, la capacité est de 250 places et à Theux, elle sera de 150 places.

Je suis consciente qu’il s’agit d’un nombre élevé de places pour trois communes voisines, mais c’est également le cas ailleurs dans le pays. Nous essayons de répartir géographiquement autant que possible les centres collectifs dispersés aujourd’hui dans plus de 90 communes. Mais parfois, la réalité est telle que certains bâtiments disponibles sont plus proches les uns des autres. En ce qui concerne les coûts supplémentaires, les communes disposant d’un centre collectif bénéficient d’une allocation par place disponible. Il existe un mécanisme de soutien à la police locale mais pour des questions plus précises à ce sujet, je me réfère à la ministre compétente.

We blijven zelf plaatsen creëren. Zo opent Fedasil naast de humanitaire noodopvang van het crisiscentrum in Jabbeke en Glons ook zelf nog 979 plaatsen deze maand en 506 plaatsen volgende maand.

En ce qui concerne le centre Ariane à Woluwe-Saint-Lambert, au début de la crise en Ukraine, ce centre d’urgence a été mis en place comme un centre de transit temporaire où les personnes temporairement déplacées pouvaient séjourner pour quelques nuits tout au plus en attendant un logement approprié dans les Régions. Le centre est géré par la Croix-Rouge dans le cadre d’une convention avec Fedasil. La Région bruxelloise et la commune sont également des partenaires importants.

En raison de l’afflux massif des personnes déplacées temporairement – aujourd’hui, plus de 60 000 personnes ukrainiennes ont obtenu une protection temporaire – et du manque de places d’accueil disponibles dans les Régions, nous constatons que certaines personnes restent au centre beaucoup plus longtemps que prévu. En collaboration avec les Régions compétentes, nous essayons de trouver des solutions pour ces personnes temporairement déplacées aussi rapidement que possible. C’est principalement la Région wallonne qui rattrape aujourd’hui son retard pour respecter ses engagements en offrant des places à ces personnes déplacées temporairement.

Cependant, faute d’offre suffisante, leur séjour au centre Ariane a été plus long que souhaité. Plusieurs initiatives ont donc déjà été prises pour améliorer l’habitabilité du centre. Aujourd’hui, 293 personnes déplacées séjournent au centre Ariane. En outre, une partie du centre est également utilisée pour accueillir les demandeurs de protection internationale les plus vulnérables. En ce qui concerne le futur remplacement du centre d’arrivée, je peux vous indiquer qu’avec la Régie des Bâtiments, nous étudions la meilleure façon de le concevoir. Le site de Schaerbeek a été proposé à cette fin par la Régie des Bâtiments et j’ai déjà entamé des discussions à ce sujet avec la bourgmestre. Pour toute autre question, veuillez-vous adresser au secrétaire d’État compétent pour la Régie des Bâtiments.

Pour moi, il est clair qu’un nouveau site où tous les services peuvent travailler de manière intégrée doit voir le jour prochainement. Le Petit-Château ne convient pas comme centre d’arrivée.

Sinds de opstart van het Dublincentrum in Zaventem eind augustus werden er reeds 352 personen aan toegewezen, waarvan 215 het centrum ondertussen reeds verlaten hebben. LOI-plaatsen blijven voor mij een essentieel onderdeel uitmaken van het opvangnetwerk.

Individuele opvangplaatsen zijn belangrijk om kwetsbare personen met een hoge beschermingsgraad en erkende personen te kunnen opvangen. Omdat het aantal LOI-plaatsen reeds enige tijd aan het dalen was, werd een bijkomende oproep gedaan tot de creatie van LOI-plaatsen. Er werd tevens ondersteuning aangeboden voor de kosten die aan de opstart gelinkt zijn. Er werden momenteel ongeveer 100 plaatsen aangeboden ten gevolge van de oproep, waarvan reeds 48 plaatsen werden geopend.

Een verplichting voor de lokale besturen om LOI-plaatsen te openen, overweeg ik niet, omdat ik ook het noodsignaal van de lokale besturen niet wil negeren. Zij staan in de huidige periode ook onder enorme druk. Zo hebben zij een essentiële rol vervuld in de huisvesting van de 60.000 personen uit Oekraïne die tijdelijke bescherming ontvingen. Ze worden ook geconfronteerd met een toenemend aantal aanvragen tot tegemoetkoming wegens de energiecrisis. Vele lokale besturen vinden tevens onvoldoende personeel om dat allemaal te bolwerken.

Als ik morgen een verplichting afkondig, weet ik dat sommige gemeenten, met de beste wil van de wereld, die niet zullen kunnen voldoen. Daarom vind ik het gepaster om de inschatting over hun mogelijkheden aan elk lokaal bestuur zelf over te laten en hen vooral op te roepen om mee verantwoordelijkheid op te nemen. Ook al zijn het vaak slechts enkele plaatsen die lokale besturen kunnen creëren, ze maken gezamenlijk een groot verschil. LOI’s zijn bovendien geen crisismechanisme.

LOI’s hebben stabiliteit nodig. Een LOI opent men niet op één, twee, drie, terwijl wij nu wel snel plaatsen nodig hebben.

Om Fedasil en de structurele partners voort te ondersteunen in het creëren van opvangplaatsen, worden er ook partnerschappen aangegaan met andere actoren. Zo worden momenteel reeds ongeveer 1.000 plaatsen beheerd door private partners. Wij zullen die plaatsen aanhouden en hebben daarnaast midden oktober een nieuwe openbare aanbesteding uitgeschreven. Dankzij dat traject zullen we volgend voorjaar over nog bijkomende opvangplaatsen kunnen beschikken.

Etant donné que la crise actuelle de l’accueil a un impact important sur la Région bruxelloise, un examen conjoint a eu lieu sur la manière de relever ces défis. Ainsi la Région bruxelloise fournira aussi des places supplémentaires. Une convention de coopération a été conclue prévoyant la mise à disposition de 1 200 places en hébergement humanitaire d’urgence, pendant les mois d’hiver.

En ce qui concerne les places tampon, il avait déjà été décidé le 16 juillet 2021 de prévoir 5 400 places tampon. Chers collègues, ces places sont là, mais elles sont toutes utilisées. Nous ne pourrons créer une capacité tampon que si nous créons des places de réserve en cas de diminution future du taux d’occupation et si nous ne les fermons pas complètement.

Comme annoncé précédemment, nous devons nous engager à non seulement créer des capacités supplémentaires, mais aussi à utiliser au maximum les capacités disponibles; compte tenu du manque de personnel, ce n’est pas toujours possible. C’est la raison pour laquelle je me suis également adressée au gouvernement pour demander la mise en œuvre de différentes solutions pour remédier à cette pénurie. Ainsi, une campagne pour les forces fédérales spéciales a été lancée en collaboration avec la ministre De Sutter. Nous recherchons 200 fonctionnaires pour soutenir temporairement les différents centres souffrant d’un manque de personnel (personnel administratif, superviseurs sociaux, soutien médical, etc.). Toutes les mains sont les bienvenues.

Aujourd’hui nous avons reçu 150 demandes de fonctionnaires qui veulent nous aider. La solidarité au sein du corps fédéral est donc considérable et ne fera que s’accroître. Plusieurs candidatures sont dans la dernière ligne droite pour être déployées.

Il n’est pas toujours évident de faire correspondre les candidats qui ne sont pas disponibles pour travailler dans des centres éloignés ou dans les équipes du soir. En outre, dès la semaine prochaine, des intérimaires pourront commencer à travailler dans les centres pour alléger la charge de travail dès que possible et maximiser le nombre de places disponibles. Cela ne signifie pas que nous n’investissons plus dans le recrutement durable. Nous faisons tous nos efforts, dans différents canaux, pour faire venir du personnel à Fedasil.

Collega’s, ik denk dat ik met dit overzicht over de creatie van opvang voldoende heb aangetoond dat ik, samen met mijn diensten, alles in het werk stel om bijkomende opvang te creëren, hoe moeilijk dat ook is. Wie nu nog beweert dat ik talm, is van slechte wil. Mijn kabinet en ik werken dag en nacht aan oplossingen en ik pik het niet langer dat het tegendeel wordt beweerd. Alleen zijn die oplossingen in de werkelijkheid minder evident dan velen laten uitschijnen.

Daarnaast – dat heb ik ook al herhaald – gaan we het niet redden met opvang alleen. We zullen dan ook niet alleen moeten inzetten op bijkomende capaciteit creëren, we moeten ook kijken naar de instroom. Die is momenteel enorm groot, zelfs disproportioneel hoog als we vergelijken met andere lidstaten. Dat klaag ik al langer aan op het Europese niveau.

Ook de premier heeft migratie aangekaart in een overleg dat hij had in de marge van de Europese Raad met de eerste ministers van Nederland, Denemarken en Zweden. Dat overleg vond plaats in nauwe coördinatie met mijn kabinet. Net als wij stellen deze lidstaten vast dat de asiel- en migratiesituatie in de EU zeer ernstig is. Ik heb geregeld contact met mijn ambtsgenoten in de Raad Binnenlandse Zaken, waar we instroom en terugkeer samen bespreken. In het bijzonder met mijn Nederlandse collega is er veel uitwisseling.

Mijn positie is dat de Unie op dit ogenblik onvoldoende weerbaar is om met de migratie-uitdagingen die zich stellen om te gaan. Die weerbaarheid vraagt om een duurzame hervorming van het systeem dat we vandaag kennen. Het goede nieuws is dat de voorstellen die dit mogelijk zouden maken al op tafel liggen, in de vorm van het pact. De uitdaging is om de lidstaten hiervoor op één lijn te krijgen. Aandacht voor migratie op het hoogste niveau kan daar alleen maar bij helpen.

We kunnen vaststellen dat er nog steeds heel wat personen asiel aanvragen in België die hiervoor eigenlijk niet in aanmerking komen. Het is daarom belangrijk om personen goed te informeren over het correcte gebruik van de asielprocedure en over het Dublinsysteem, maar ook om informatiecampagnes op te zetten in landen van herkomst waarvoor de kans op internationale bescherming erg laag ligt, om zo irreguliere migratie tegen te gaan. In de strijd tegen secundaire migratie lopen er vandaag bijvoorbeeld Facebookcampagnes in andere EU-landen, gericht op personen uit Eritrea, Afghanistan en Burundi. Via de Belgische ambassade in Burundi trachten we ook personen te informeren over de Europese regelgeving rond secundaire stromen.

Het is natuurlijk niet evident om zulke campagnes te evalueren, aangezien er veel factoren zijn die migratiebewegingen op gang brengen of afremmen. In elk geval stellen we wel vast dat we veel personen bereiken met deze campagnes.

Voor Albanië loopt er, samen met Nederland, al sinds 2021 een campagne via verschillende kanalen.

Er zijn recent ook preventiecampagnes ter ontrading van irreguliere migratie van start gegaan in Vietnam en in Nigeria. Guinee staat op de planning voor een campagne in 2023. Recent bracht ik ook een bezoek aan Georgië in het kader van de preventie en volgende week zal ik in Congo een preventieboodschap brengen. In totaal vonden er in 2022 reeds twaalf preventiemissies plaats.

In het verleden deelden wij al flyers uit aan het Klein Kasteeltje gericht op personen uit Moldavië en hebben wij gerichte campagnes gevoerd voor personen uit Brazilië en El Salvador. Wij proberen ook zoveel mogelijk met de diaspora van de doelgroep te werken, omdat informatie zo het best wordt verspreid. Zo gaf de Dienst Vreemdelingenzaken infosessies aan Brazilianen, Filipijnen en Surinamers. Via de diaspora hebben ook personen afkomstig uit China zich geïnformeerd over het verkeerde gebruik van de asielprocedure.

Niet alleen met ontrading, maar ook met diplomatieke druk proberen wij de instroom in te perken. Dat werpt vruchten af. Na aangehouden druk, zowel bilateraal als in Europees verband, heeft Servië de visumvrijstelling voor Burundezen geschrapt. Dat zal snel een impact hebben op het aantal Burundezen dat asiel aanvraagt in ons land.

Naast op het verlagen van de instroom zetten wij ook sterk in op het verhogen van de uitstroom uit het opvangnetwerk. Dat doen wij in de eerste plaats door meer beslissingen te nemen over asieldossiers. De werkvoorraad bij het CGVS bedraagt momenteel 17.000 dossiers en die dienen wij snel en drastisch te verminderen.

Dans ce contexte, le CGRA dispose d’un plan d’action spécial pour augmenter encore la production. Par exemple, le nombre de décisions par gestionnaire de dossiers devrait encore augmenter et des actions spécifiques sont prises à cet effet dans chaque section. Des objectifs sont fixés. Des scripts adaptés sont développés pour aider les agents de protection à accélérer le traitement. Cela implique également un renforcement supplémentaire du personnel.

Actuellement, de nouveaux membres du personnel sont déjà recrutés. L’embauche de nouveaux employés n’est pas non plus évidente pour les autorités chargées de l’asile, étant donné la tension actuelle sur le marché du travail. En conséquence, le renforcement est plus lent que prévu. En collaboration avec la ministre de la Fonction publique, des mesures sont examinées pour permettre un renforcement supplémentaire dans les meilleurs délais. Pour un aperçu numérique du recrutement, je vous invite à soumettre une question écrite.

Naast op het verhogen van het aantal beslissingen van de asielinstanties wordt ook ingezet op uitstroom van bewoners met stabiele tewerkstelling. Dit beleid vindt zijn juridische grondslag in de opvangwet en het huidige KB inzake cumul. De code 207 van bewoners met stabiele tewerkstelling zal opgeheven worden, zodat de betrokken personen niet langer aanspraak kunnen maken op materiële opvang bij Fedasil. Bewoners met duurzame tewerkstelling, dus met een vast contract van meer dan zes maanden of van onbepaalde duur en die meer verdienen dan het leefloon, zullen het opvangnetwerk verplicht moeten verlaten.

En outre, les personnes qui ont travaillé suffisamment mais qui ne répondent pas aux critères peuvent également faire volontairement un pas vers l’indépendance. Naturellement, un délai de départ raisonnable d’un mois est offert à ceux qui doivent quitter le centre d’accueil. Dans certains cas, il peut être dérogé à cette règle par extrême nécessité, lorsque aucune solution n’est disponible. Les centres d’accueil aideront au mieux les personnes dans leur recherche d’un logement. Nous prévoyons également, en coopération avec mes collègues ministres, que l’hébergement de ces personnes chez elles, par leur famille ou leurs amis par exemple, n’aura pas d’impact sur leurs propres droits, comme nous l’avons prévu pour les réfugiés ukrainiens.

Een opzegvergoeding van iemand met een negatieve asielbeslissing zal echter nooit door de Staat ten laste worden genomen, maar dient door de betrokkene zelf te worden gedragen. Doordat we ons richten op deze doelgroep zullen zij zich niet tot het OCMW richten.

Tegelijkertijd werken we aan een herziening van het KB cumul. Dit KB voorziet een verplichting tot het betalen van een bijdrage aan de opvang als de bewoner tewerkgesteld is. We stellen vandaag vast dat deze bijdragen veel te hoog zijn, maar ook dat Fedasil geen afdoende mogelijkheden heeft om te controleren of iemand werkt of om die bijdrage te innen. Het is de bedoeling om vanaf begin volgend jaar een faire bijdrage te vragen en een effectieve en efficiënte controle in te voeren. Ik blijf werken aan een activeringsbeleid, waarmee we inzetten op het activeren van asielzoekers en het valoriseren van hun kennis en vaardigheden.

De maatregel die we nu nemen, vindt zijn oorsprong in de huidige opvangcrisis, maar was reeds voorzien in de regelgeving. Iemand die voldoende werkt, kan ook voor zijn eigen noden instaan en moet niet door de overheid worden opgevangen. Ik zie niet in hoe dit personen naar het informele circuit zou duwen.

Uiteraard moeten we blijven inzetten op het correct informeren van asielzoekers over de arbeidsregelgeving en de rechten en plichten die hierbij horen. Hiervoor worden bijkomende initiatieven genomen.

Daarnaast blijven we werken aan andere bijkomende maatregelen die ervoor kunnen zorgen dat er meer ruimte in het opvangnetwerk vrijkomt. Zo heb ik ook een wetsontwerp aan de regering voorgelegd dat het recht op materiële hulp beperkt tot het moment van de definitieve asielbeslissing en niet langer tot het bevel om het grondgebied te verlaten, zodat de opvang wordt voorbehouden voor verzoekers om internationale bescherming en het opstarten van parallelle procedures en andere verblijfprocedures geen reden meer kan zijn om langer dan nodig in de opvang te blijven.

Collega’s, we zitten in een bijzonder moeilijke context die niemand wenst, maar we zullen dit niet met slogans oplossen. Ik blijf dus verder werken aan de creatie van bijkomende opvang maar ook aan het beperken van de instroom en het verhogen van de uitstroom. Ik reik iedereen in de regering de hand om daar samen met mij werk van te maken.

Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la secrétaire d’État, je voudrais tout d’abord vous dire que personne ne sous-estime les efforts que vous, votre cabinet et vos services déployez en ce moment pour tenter de répondre à cette crise majeure. Nous en sommes absolument convaincus. Toutefois, et passez-moi cette expression triviale, nous considérons que vous avez conduit le nez sur le guidon et que vous avez manqué de sens de l’anticipation. Or, voici déjà quelques années, notamment lorsque le gouvernement Michel avait démantelé une partie du réseau, les associations de terrain avaient déjà tiré la sonnette d’alarme en insistant sur la difficulté que ce choix pourrait occasionner à brève échéance. Voilà, évidemment, ce que nous vous reprochons: un manque d’anticipation. Dès lors, les mesures doivent être prises en extrême urgence, alors même que l’hiver s’installe.

Par ailleurs, je ne vous ai pas entendue parler de la capacité complémentaire qui vous semblerait nécessaire. Vous avez, certes, évoqué les places tampons. Au-delà de cet aspect, combien de places vous sembleraient-elles indispensables dans un réseau d’accueil optimal au cours des mois à venir?

Dans un audit portant sur les services d’asile, il avait été suggéré de détacher éventuellement le personnel de l’Office des Étrangers en vue de prêter main forte au réseau d’accueil? Qu’en est-il? Pourquoi n’avez-vous pas appliqué cette option?

D’autre part, vous avez parlé de 150 fonctionnaires. M. Aouasti me semble s’être mépris lorsqu’il les a qualifiés de « détachés ». Or vous avez seulement indiqué que 150 demandes de détachement avaient été introduites. D’où ma question: sur les 150, combien sont-ils

effectivement déjà en place détachés? Car je pense que ce n’est pas tout à fait la même chose.

Ce dossier ne se refermera sans doute pas aujourd’hui parce que nous tenons ce débat d’actualité. Je répète que ce qui est important, à mes yeux, est l’anticipation. Actuellement, nous sommes dans l’urgence. Cependant, vous devez anticiper sur la base, notamment, des rapports des différentes associations qui avaient déjà tiré la sonnette d’alarme.

Il faut arrêter de croire que la création de places d’accueil, fait venir davantage de monde. Ce n’est pas le sujet. Il faut, sur ce dossier, être volontariste.

Lire le compte rendu de la séance de commission