L’évacuation du squat de la rue des Palais et le relogement de ses occupants
L’évacuation du squat de la rue des Palais et le relogement de ses occupants

L’évacuation du squat de la rue des Palais et le relogement de ses occupants

Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, madame la secrétaire d’État, je voudrais simplement dire que nous avions fondé énormément d’espoirs sur le fait qu’on avait annoncé – enfin –que ce squat, expression de l’indignité personnalisée, avec des conditions sanitaires déplorables, avec l’insécurité qui y régnait, allait être fermé, et que chaque demandeur d’asile allait trouver une place d’accueil. Vous vous y étiez engagée avec toutes les parties du gouvernement.

Or, que doit-on constater? Qu’une partie des demandeurs d’asile concernés ont été transférés dans des hôtels en Flandre et qu’une autre partie dort la nuit dehors. Il est ici question d’environ 200 personnes, selon les associations sur place. C’est totalement indigne!

Nous vous avons fait confiance. Nous vous avons incités à essayer de trouver des solutions, et on se trouve toujours à la case départ.

Je continue de dire que la totalité des composantes du gouvernement a traîné les pieds sur ce dossier, n’a jamais voulu anticiper et a fait le minimum en laissant – je ne suis pas ici pour la défendre – la secrétaire d’État dans un bel embarras.

Chacun avait la possibilité d’aider dans le cadre de ses compétences (la Régie des Bâtiments, la Défense, la Mobilité avec les gares). C’est également le cas de la Région bruxelloise. C’est indigne d’un État de droit. Je répète que toutes les composantes du gouvernement sont responsables de cette situation. Pourriez-vous me faire connaître quelles sont les mesures d’extrême urgence que vous comptez prendre pour que toutes les personnes qui ont droit à l’accueil soient relogées dès ce soir?

Eerste minister Alexander De Croo: Beste collega’s, in een crisis is niets eenvoudig. We hebben dat kunnen vaststellen tijdens de covidcrisis en de energiecrisis en we zien dat ook tijdens deze asielcrisis. Deze crisis is bijzonder moeilijk voor mensen die in zich in penibele omstandigheden bevinden. Het is ook bijzonder moeilijk om zo’n crisis te beheersen. Mijnheer Francken, u bent één van de sterkste parlementsleden in dit halfrond. U hebt namelijk kennis van een domein door zowel studie als praktijkervaring. U hebt immers in die positie gezeten en u hebt ook in bijzonder moeilijke omstandigheden moeten werken. We hebben dat toen samen gedaan. Situaties als die in het Maximiliaanpark onder een vorige regering waren bijzonder lastig. Op moeilijke momenten heeft de regering toen steeds besloten de handen in elkaar te slaan, ondanks het feit dat de regeringspartijen daar verschillende meningen over hadden. Ik hoop dat u daar ook rekening mee zult houden in uw repliek.

Niets is eenvoudig en zeggen dat men het zo maar had moeten doen is geen oplossing. Ik denk dat u zich zeer goed bewust bent van het feit dat de zaken moeilijk zijn. Dat weerhoudt mij er echter niet van om de zaken die fout lopen te benoemen. De manier waarop de zaken gisteren verlopen zijn, is niet aanvaardbaar, zo kan dat niet lopen. We weten dat de beslissing tot ontruiming genomen wordt door de burgmeester en dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest daarmee samenwerkt. Als zij dan beslissen om te ontruimen en mensen naar een andere gemeente te brengen, dan is het logisch dat zij de burgemeester van die gemeente op de hoogte moeten brengen. Ik ga ervan uit dat de minister-president en de burgemeester die zaak intussen ter hand hebben genomen. Als er iets fout loopt, dan moeten we daarop wijzen, maar we moeten ook aanvaarden dat men soms onopzettelijk fouten maakt. Ik hoop dat men die fout zal kunnen rechtzetten.

Verder wil ik duidelijk stellen dat de bevoegde staatssecretaris in bijzonder moeilijke omstandigheden voortreffelijk werk levert. Zij doet dit niet alleen, maar samen met Defensie, de Regie der Gebouwen en zovele anderen. Dit is geen simpel domein, maar ik stel vast dat er de voorbije weken meer dan 700 mensen door Fedasil gecontroleerd zijn en naar de gecreëerde opvangplaatsen werden gebracht.

Madame Matz, vous nous dites que ce gouvernement n’a rien fait. Comment osez-vous affirmer cela? Depuis l’année dernière, 8 000 places ont été ouvertes. À ce jour, on n’a jamais eu autant de places collectives! Est-ce la panacée? Non. Mais prétendre que ce gouvernement n’a rien fait, il fallait oser! Il fallait oser le dire au vu du personnel de Fedasil et de tous ces volontaires qui travaillent dans des circonstances peu évidentes et qui essaient de trouver une solution humaine à une crise extrêmement difficile à gérer.

Ik zei daarnet dat wij de problemen moeten durven te benoemen. Dat betekent dat ook bredere problemen moeten worden benoemd. Een situatie als deze, waarin de instroom te hoog is en de Europese landen er niet voldoende in slagen om mensen die geen recht hebben op bescherming terug te sturen, is niet houdbaar. Daar moeten wij aan werken en dat doen wij ook.

Wij doen dat samen met andere landen. Vorige week was er een Europese top over Asiel en Migratie. Die kwam er omdat Mark Rutte en ikzelf samen de kar hebben getrokken om dat onderwerp op tafel te leggen. Ik zal vanavond de kanselier van Oostenrijk, de heer Nehammer, ontmoeten. Dat gebeurt eveneens om die reden, namelijk om specifiek met hem te kunnen bekijken op welke manier wij de gemaakte afspraken rond secundaire migratie en het Dublinakkoord kunnen doen naleven. Die afspraken zijn gemaakt, maar worden vandaag niet gerespecteerd.

C’est pour cela qu’il faut travailler ensemble, pour éviter une sorte de « shopping » de l’asile qui s’organise avec des trafiquants, pour pouvoir mieux contrôler nos frontières et pour construire une solidarité entre pays européens lorsqu’il y a des pics comme nous en connaissons en Belgique actuellement.

Mijnheer Dedecker, ik heb op die Europese top positie ingenomen namens ons land. Natuurlijk heb ik positie ingenomen. Het regeerakkoord is op dat vlak ook zeer duidelijk. Het regeerakkoord zegt dat ons land een voorloper zal zijn in Europese samenwerking. Het regeerakkoord zegt dat wij Europese samenwerking willen om de buitengrenzen beter te kunnen beschermen. Absoluut, geen enkele twijfel binnen de regering over de manier waarop wij dat doen. Natuurlijk gaat het over een veelheid aan oplossingen. Dat valt niet te herleiden tot een discussie voor of tegen één vorm van grensbewaking.

Laten wij ook niet vergeten dat ons land daarnaast zijn solidariteit toont. Meer dan 100.000 Oekraïners worden in ons land opgevangen. In bijna alle scholen in ons land zitten er Oekraïense kinderen, gebaseerd op de ongelooflijke solidariteit die er in ons land is.

Dames en heren, dit lossen wij op, zoals mevrouw De Block zei, door samen te werken. Wij moeten samenwerken in de opvang. Wij moeten samenwerken aan een betere controle van onze buitengrenzen. Wij moeten samenwerken voor terugkeer van mensen die geen recht hebben op bescherming. Wie recht heeft op bescherming, moet deze kunnen krijgen, maar dat kunnen wij alleen maar doen als degenen die er geen recht op hebben ook teruggestuurd worden.

Ik ben ervan overtuigd, ondanks het feit dat een aantal zaken fout gelopen is – wij moeten ook geen schrik hebben om met de vinger te wijzen als het fout loopt, om het duidelijk te maken – dat deze regering, samen met vele anderen, er alles aan zal doen om verder een humaan asiel- en migratiebeleid te voeren.

Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega’s, de voorbije twee dagen werd er door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de gemeente Schaarbeek een operatie uitgerold om het kraakpand in de Paleizenstraat te ontruimen. Die operatie is voor Fedasil eigenlijk al in december gestart. Sinds 22 december zet ik samen met Fedasil alles op alles om asielzoekers uit het kraakpand in de Paleizenstraat gradueel over te brengen naar de opvangcentra van Fedasil. We zetten prioritair in op een oplossing voor die mensen, omwille van de bijzonder schrijnende hygiënische omstandigheden in dat kraakpand. Als het met een vingerknip was gelukt om iedereen op te vangen, had ik dat uiteraard graag gedaan. Het ging echter om een grote groep mensen die in het pand verbleef.

Ondertussen komen er ook elke dag nieuwe asielzoekers aan in ons land. Families met minderjarige kinderen en kinderen zonder ouders geven wij altijd voorrang in het opvangnetwerk, omdat zij het meest kwetsbaar zijn.

C’est pourquoi nous avons transféré graduellement – autrement dit, quelques dizaines par jour – les demandeurs d’asile du squat de la rue des Palais vers les centres d’accueil Fedasil. Nous avons lancé l’opération le 22 décembre. Mardi matin, nous en avons ainsi logé 750. Depuis le début, il était également clair qu’ils n’étaient pas les seuls à vivre dans le bâtiment. Tout le monde a besoin d’une solution. Comme c’est ma compétence, je me suis occupé d’eux.

Pour savoir quels demandeurs d’asile occupaient les locaux, nous avons travaillé avec des organisations de terrain et avec les avocats. De cette manière, nous avons pu en identifier 175, que nous avons invités dans le réseau d’accueil de Fedasil. Les 19 et 20 janvier, la Région de Bruxelles-Capitale a organisé un screening social des habitants de la rue des Palais, auquel Fedasil a également participé. Un groupe supplémentaire de 735 personnes ayant droit à l’accueil ont pu, de la sorte, être identifiés.

En raison de la situation sanitaire préoccupante, j’ai aussi libéré des fonds destinés à la Croix-Rouge à partir du 22 décembre pour installer un container devant le squat, afin d’y abriter un centre de soins médicaux.

À la demande de la commune de Schaerbeek, il a été convenu avec la Région bruxelloise d’organiser ensuite – en l’occurrence, cette semaine – une évacuation complète du bâtiment. Il a de même été convenu que les personnes y restant seraient transférées vers les places d’accueil d’urgence de la Région, d’où elles seront par la suite transférées progressivement vers les centres d’accueil de Fedasil, comme nous le faisons depuis un mois et demi.

De evacuatie en de organisatie van de noodopvang werden geleid door verschillende Brusselse diensten. Mijn diensten waren daar niet rechtstreeks bij betrokken. Dat is heel moeizaam verlopen, onder meer omdat er te weinig noodopvang was voorzien. Bovendien was ook een grote groep asielzoekers en daklozen van andere locaties naar de Paleizenstraat gekomen.

Ik betreur dat er daardoor mensen naar een hotel in Sint-Pieters-Leeuw werden gestuurd, zelfs zonder dat er voorafgaand overleg was met de burgemeester. Overleggen met lokale overheden is iets wat ik zelf altijd wel doe. Bovendien blijf ik erbij dat hotelopvang geen duurzame oplossing is.

Wij zullen daarom de asielzoekers uit de noodopvang in Sint-Pieters-Leeuw nu voorrang geven en prioritair laten doorstromen naar de opvang van Fedasil. Niemand heeft er belang bij als beleidsniveaus naar elkaar verwijzen en zwartepieten doorschuiven.

De operatie van de voorbije dagen is niet goed verlopen. Daar moeten wij eerlijk in zijn, maar wij moeten nu vooruitkijken en verder aan oplossingen werken. Ik heb de voorbije maanden constructief samengewerkt met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en met de collega’s in de federale regering en ik zal dat ook in de toekomst blijven doen.

Het is belangrijk dat wij de deur van het kraakpand in de Paleizenstraat finaal kunnen dichttrekken. Wij maken zo een einde aan de schrijnende omstandigheden in het pand, maar dat is niet het einde van de opvangcrisis. Er zijn nog altijd heel veel asielzoekers die wij niet meteen een opvangplaats kunnen bieden. De weg is nog lang en de instroom in ons land is nog altijd hoog. Ik zal dus blijven verder werken aan meer opvangplaatsen, maar ik hoop dat iedereen vandaag meer dan ooit beseft dat wij er niet zullen komen als wij niet ook werk maken van structurele hervormingen, van het beperken van de instroom, van heldere wetten en procedures, van slagkrachtige instellingen en van een eerlijke spreiding van asielzoekers binnen Europa. Ik zet daarvoor alles op alles en ik hoop dat ik ook daarvoor op uw steun kan rekenen.

En raison de la situation sanitaire préoccupante, j’ai aussi libéré des fonds destinés à la Croix-Rouge à partir du 22 décembre pour installer un container devant le squat, afin d’y abriter un centre de soins médicaux.

À la demande de la commune de Schaerbeek, il a été convenu avec la Région bruxelloise d’organiser ensuite – en l’occurrence, cette semaine – une évacuation complète du bâtiment. Il a de même été convenu que les personnes y restant seraient transférées vers les places d’accueil d’urgence de la Région, d’où elles seront par la suite transférées progressivement vers les centres d’accueil de Fedasil, comme nous le faisons depuis un mois et demi.

De evacuatie en de organisatie van de noodopvang werden geleid door verschillende Brusselse diensten. Mijn diensten waren daar niet rechtstreeks bij betrokken. Dat is heel moeizaam verlopen, onder meer omdat er te weinig noodopvang was voorzien. Bovendien was ook een grote groep asielzoekers en daklozen van andere locaties naar de Paleizenstraat gekomen.

Ik betreur dat er daardoor mensen naar een hotel in Sint-Pieters-Leeuw werden gestuurd, zelfs zonder dat er voorafgaand overleg was met de burgemeester. Overleggen met lokale overheden is iets wat ik zelf altijd wel doe. Bovendien blijf ik erbij dat hotelopvang geen duurzame oplossing is.

Wij zullen daarom de asielzoekers uit de noodopvang in Sint-Pieters-Leeuw nu voorrang geven en prioritair laten doorstromen naar de opvang van Fedasil. Niemand heeft er belang bij als beleidsniveaus naar elkaar verwijzen en zwartepieten doorschuiven.

De operatie van de voorbije dagen is niet goed verlopen. Daar moeten wij eerlijk in zijn, maar wij moeten nu vooruitkijken en verder aan oplossingen werken. Ik heb de voorbije maanden constructief samengewerkt met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en met de collega’s in de federale regering en ik zal dat ook in de toekomst blijven doen.

Het is belangrijk dat wij de deur van het kraakpand in de Paleizenstraat finaal kunnen dichttrekken. Wij maken zo een einde aan de schrijnende omstandigheden in het pand, maar dat is niet het einde van de opvangcrisis. Er zijn nog altijd heel veel asielzoekers die wij niet meteen een opvangplaats kunnen bieden. De weg is nog lang en de instroom in ons land is nog altijd hoog. Ik zal dus blijven verder werken aan meer opvangplaatsen, maar ik hoop dat iedereen vandaag meer dan ooit beseft dat wij er niet zullen komen als wij niet ook werk maken van structurele hervormingen, van het beperken van de instroom, van heldere wetten en procedures, van slagkrachtige instellingen en van een eerlijke spreiding van asielzoekers binnen Europa. Ik zet daarvoor alles op alles en ik hoop dat ik ook daarvoor op uw steun kan rekenen.

Vanessa Matz (Les Engagés): Merci, monsieur le premier ministre et madame la secrétaire d’État, pour vos réponses très détaillées et la séquence des événements, qui est importante. Je voudrais dire que le moment est important pour envisager des réformes structurelles, mais surtout doter Fedasil de moyens et de personnel en suffisance. Il faut arrêter de supprimer les places tampons. Il faut avoir des places tampons d’accueil en suffisance pour faire face aux arrivées de réfugiés.

Je regrette infiniment que vous n’ayez pas apporté de réponse à la question fondamentale qui visait à savoir où allaient dormir les 200 personnes qui ont dormi dehors cette nuit. Où vont-elles dormir? Une solution leur sera-t-elle proposée dès ce soir pour qu’elles soient à l’abri? Je n’ai pas entendu cela. Je sais que vous faites des efforts mais il reste beaucoup de choses à faire et je pense que l’ensemble du gouvernement doit se mobiliser pour ces places d’accueil.

Lire le compte rendu de la séance plénière

Revoir la plénière